De baan en je speelstijl bepalen je Clubkeuze

Golfbanenbestaan in vele vormen. Je kunt het best je speelstijl aan het type baan aanpassen. Maar bovenal kan je lokale pro waardevolle tips geven om een scherpe eindscore neer te zetten.

– Een golfles op de baan met een pro is nooit verkeerd, zegt Golfstore-Pro Lee Chapman.

Linksbaan, bosbaan, weidebaan, parkbaan of heidebaan? Het komt erop aan dat je op elk type baan met je eigen techniek terecht kunt. Dat vindt Jonathan Willis, Golfstore-Pro bij GC Grevelingenhout.

– Maak het jezelf niet onnodig moeilijk door ineens dingen te gaan proberen die je nooit getraind hebt, zegt hij. Maar er zijn allerlei kneepjes om je techniek op de vorm van de baan af te stemmen. Als je vaak op zachte banen speelt, zijn clubs met veel bounce aan te raden.

Op een zachte baan is het een voordeel als de bal wat verder vliegt. Kies dan voor hybriden of fairwaywoods met een hoog nummer, bijvoorbeeld FW5, FW7 of waarom niet FW9?

Jonathan Willis vindt persoonlijk dat het moeilijker is om van een bosbaan op een linksbaan over te schakelen.

– Dat heeft te maken met de wind, maar bosbanen hebben ook een duidelijker karakter, waardoor het eenvoudiger is om de juiste club voor een slag te kiezen. Maar de wind kan je altijd parten spelen. Op een winderige linksbaan moet je daar echt rekening mee houden. Je kunt algauw twee of zelfs drie extra clubs nodig hebben.

Op een bosbaan is de wind dan weer moeilijker te lezen. Soms valt het niet mee om de windrichting te bepalen.

– Als er een kaart op je scorekaart of je baangids is afgedrukt, kun je daarop een windpijl tekenen. Op die manier kun je makkelijker zien uit welke richting de wind komt, ook wanneer je op de baan en tussen de bomen staat. Soms lijkt het alsof het windstil is, maar als de bal een eind omhoog komt, krijgt de wind er toch nog vat op.

een goede tip van Jonathan Willis is om even met je lokale pro te praten voordat je je naar de tee van de eerste hole begeeft.

– Die kan je vertellen hoe je zo goed mogelijk vooruit komt op de baan, maar vooral hoe je bepaalde holes moet spelen op basis van je handicap, want veel spelers hebben de neiging wat overmoedig te worden en hun niveau te overschatten.

Lee Chapman, Golfstore-Pro bij Winterswijk G&CC / GC Weselerwald, is het daarmee eens.

–  Als je pro je speelstijl kent, kan die je helpen om voorbij een verraderlijke hole te komen of om een moeilijke slag op de juiste manier aan te pakken. Een golfles op de baan met een pro is nooit verkeerd. Dan ziet je pro hoe je in het echt speelt en hoe je beter kunt worden.

Volgens Lee Chapman moet je altijd proberen om naar eigen vermogen te spelen en je techniek aan de baan aan te passen.

– Alle slagen zijn nodig op alle banen. De omgeving, het weer en de conditie van de baan bepalen welk type slag je moet slaan. Op een linksbaan sla je doorgaans meer lage en rollende ballen en op een bosbaan meer hoge ballen – target golf, zoals dat heet.

In het bos, waar het nauw is, is het een voordeel als je goed slaat vanaf de tee. Maar daarvoor heb je dan weer wat alternatieven voor je driver nodig, bijvoorbeeld een spoon of een driving iron die goed in de hand ligt.

– Voor de meeste golfers is het belangrijker om de bal in het spel te houden dan om die ver te slaan, aldus Jonathan Willis.

Als je clubs aan een update toe zijn, is je lokale Golfstore-Pro een vanzelfsprekende keuze, volgens hem.

–  Stel je set samen op basis van je eigen speeltechniek. Niet alle spelers kiezen voor dezelfde samenstelling, want het hangt af van de manier waarop je de bal slaat en hoe je sommige clubs wilt gebruiken. Soms past bijvoorbeeld een FW7 beter dan een ijzer-6. Praat met je Golfstore-Pro, dan lossen we het samen op.