Vijf regelwijzigingen die materiaalontwikkelingen een halt toeriepen
Golfregels worden vooral bepaald door The Royal and Ancient Golf Club (The R&A) en de United States Golf Association (USGA). Deze organisaties moeten erop toezien dat de sport rechtvaardig blijft en dat technologische ontwikkeling de integriteit van het spel niet aantast. Zij zijn het dus die ervoor zorgen dat je korter slaat en geen backspin krijgt bij je approach shots. Hun regelwijzigingen op het gebied van materiaal zijn vaak bedoeld om een evenwicht tussen vaardigheid en technologie te bewaren, zodat niemand voordeel haalt uit technische innovatie die het spel te makkelijk maakt en er een verschil tussen goede en minder goede golfers blijft bestaan.
Hier volgen vijf voorbeelden van regelwijzigingen die zijn ingevoerd om de ontwikkeling van het materiaal tegen te houden.
1. Het trampoline-effect bij drivers (Callaway ERC)
Eind jaren 90, begin jaren 2000 had iedereen het over het trampoline-effect. Drivers als de Callaway ERC hadden een elastisch clubhoofd dat zoals een trampoline de balsnelheid verhoogde, wat in langere slagen resulteerde. Om dit te voorkomen voerde de USGA regels in om te beperken hoeveel het clubhoofd bij impact mag buigen. Dit was een antwoord op de vrees dat vaardigheid door technologie zou worden overtroefd en het spel alleen nog om het materiaal zou draaien.
2. De gleuven van wedges
In de vroege jaren 2000 begonnen wedges met V-vormige gleuven te domineren op de tours. Deze gleuven gaven de bal een enorme spin mee. Het verschil was vooral merkbaar vanaf de rough, waar de pro’s makkelijker de bal konden controleren ondanks een schuine uitslag. In 2010 legden nieuwe regels het ontwerp van de gleuven aan banden om spin te verminderen en opnieuw rechte slagen en vaardigheid in het korte spel te bevorderen. Deze verandering dwong spelers om meer op precisie en strategie te vertrouwen in plaats van zo ver mogelijk te slaan.
3. Maximale grootte voor het clubhoofd van drivers
In dezelfde periode nam de grootte van driverclubhoofden hand over hand toe, soms zelfs tot meer dan 500 cc. Hierdoor was een nauwkeurige impact minder belangrijk en waren de slagen ook lang en recht als de impact niet perfect was Er werd een maximale grootte van 460 cc ingevoerd.
4. Maximale shaftlengte
Ook de shaftlengte is een belangrijk punt geworden. Extreem lange drivers kunnen onrechtvaardige voordelen geven qua snelheid en lengte. Om dit te voorkomen werd een maximum van 48 inch ingevoerd. Deze regel is bedoeld om te verhinderen dat spelers zonder een goede swingtechniek een onredelijk groot voordeel uit hun materiaal halen.
5. De golfbal wordt teruggefloten
De nieuwste regelwijziging gaat over de constructie van de golfbal. In een poging de voortdurende toename van slaglengtes op de tour in te dammen, zijn er grenzen voor balsnelheden bepaald. Bij een driverswing van 125 mph mag de bal niet verder dan 317 yard vliegen. Door de balprestaties in te perken hoopt men de uitdagingen van het spel te kunnen bewaren, met name op klassieke banen die riskeren “te kort” te worden voor moderne techniek. De verandering houdt in dat de verst slaande spelers op de PGA-Tour zo’n 13 tot 15 yard moeten inboeten, terwijl gemiddelde spelers op de LPGA-tour 5 tot 7 yard korter zullen slaan en het gemiddelde bij amateurgolfers 3 tot 5 yard minder zal zijn. Bij de pro’s wordt deze regel van kracht in 2028 en bij de amateurs in 2030.
* Een yard is ongeveer 0,9 meter.