Golfclubs op maat: zo verbetert je je spel met Custom Fitting

Wil je verder, rechter en met meer controle slaan? Doe een Custom Fitting, dan krijg je golfclubs die nauwkeurig aan je speelstijl en swing zijn aangepast. Hier bespreken we alle belangrijke factoren – van shaftlengte tot gripmaat – die het verschil maken tussen goede en fantastische prestaties.

1. Shaftlengte

Een shaft moet afgestemd zijn op je lichaamslengte, je armlengte en je stance.
Probleem: Met te lange of te korte clubs is het moeilijker om de bal zuiver te raken. Dan krijg je korte slagen die vaak ook naar rechts of naar links afbuigen. Een verkeerde lengte beïnvloedt ook andere factoren, bijvoorbeeld de lie (de hoek van de shaft ten opzichte van het clubhoofd).
Oplossing: De juiste lengte levert een goede impact, evenwicht en een gelijkmatige swing op.

2. Shaftflex

Flex is de mate waarin de shaft tijdens de swing meebuigt – van extra stijf tot zeer zacht.
Probleem: Als een club de verkeerde flex heeft, heb je geen optimale controle, hetgeen vaak in slecht gerichte slagen en ongelijkmatige balvluchten resulteert.
Oplossing: Met de juiste flex kun je de impact goed timen en de bal richten en spin meegeven.

3. Shaftgewicht

Het gewicht van de shaft beïnvloedt het gevoel en de swingsnelheid van de club.
Probleem: Een te zware shaft remt je swing af, terwijl je met een te lichte shaft controle en precisie verliest. Als de shaft te zwaar is, ga je vaak ook op een verkeerde manier swingen.
Oplossing: Het juiste gewicht zorgt voor het gewenste evenwicht tussen kracht en controle voor jouw swingstijl.

4. Buigpunt (kick point)

Het buigpunt is het punt waar de shaft het meest buigt – hoog, in het midden of laag.
Probleem: Bij een onjuist buigpunt start de bal te hoog of te laag, wat de balvlucht negatief beïnvloedt.
Oplossing: Met het juiste buigpunt krijgt de bal een optimale launch angle, vlucht en invalshoek, waardoor je de bal dicht bij de vlag tot stilstand brengt.

5. Lie-hoek

De lie is de hoek tussen de shaft en de zool wanneer je de club bij de bal brengt om te slaan.
Probleem: Een onjuiste lie heeft invloed op de richting van het blad bij de impact. Als hij te vlak is, geeft hij een push en als hij te steil is, een pull.
Oplossing: Een correcte lie geeft een betere balrichting en een zuivere impact.

6. Loft

De loft is de hoek van het clubhoofd die de uitganghoek, snelheid en spin van de bal beïnvloedt.
Probleem: Een onjuiste loft resulteert in een te lage of te hoge balvlucht en in te weinig of te veel spin, wat op zijn beurt de lengte en controle beïnvloedt.
Oplossing: Een club met de juiste loft geeft een optimale balvlucht met een optimale lengte.

7. Gripmaat

De dikte van de handgreep moet worden afgestemd op de grootte en kracht van je hand.
Probleem: Een onjuiste dikte veroorzaakt vaak spanning in je handen en in slechte grip, en dat leidt dan weer tot slechte controle en precisie.
Oplossing: Met de juiste gripmaat voor je handen krijg je fijne gevoeligheid, zelfvertrouwen en goede balcontrole.

8. Gripmodel/materiaal

Het materiaal en de structuur beïnvloeden het gevoel en de vastheid.
Probleem: Als het materiaal niet juist is, voelt de grip glad en oncomfortabel, met name bij zweet of regen.
Oplossing: Het juiste gripmateriaal zorgt voor vastheid en comfort in alle weersomstandigheden. Zoek een grip die je bevalt en goed in de hand ligt.

9. Gripgewicht

Het gewicht van de grip beïnvloedt het swinggewicht en het evenwicht van de club, in het bijzonder bij de putters.
Probleem: Een te zware of te lichte grip kan het gevoel en het ritme in de swing veranderen.
Oplossing: Het juiste gewicht geeft je een stabiel en natuurlijk swinggevoel.

10. Swinggewicht

Het swinggewicht geeft aan hoe evenwichtig en hoe zwaar de club voelt tijdens de swing.
Probleem: Een verkeerd swinggewicht verstoort het ritme en de controle en beïnvloedt zo de trefzekerheid. Bij een custom fitting controleren we of al je clubs hetzelfde swinggewicht hebben, zodat ze hetzelfde gevoel geven en zich hetzelfde gedragen.
Oplossing: Een goed swinggewicht betekent goede timing en gevoel voor je clubs.

11. Clubhoofdmodel

De vorm van het clubhoofd (constructie en grootte) bepaalt het gevoel en andere eigenschappen.
Probleem: Een verkeerd model bemoeilijkt de controle en is minder vergevingsgezind bij missers.
Oplossing: Kies een model dat bij je niveau past. Een beginner heeft baat bij een club die ver en recht slaat, terwijl een pro vaak effectballen wil slaan.

12. Gewichtsverdeling in het clubhoofd

Veel moderne clubs hebben verstelbare gewichten die de spin, richting en hoogte van de bal beïnvloeden. Theoretisch gezien verplaats je daarmee ook de sweetspot van de club.
Probleem: Een slechte verdeling geeft ongewenste spin of een te hoge of te lage balvlucht.
Oplossing: Correct geplaatste gewichten geven je de gewenste balvlucht, een goede lengte en controle.

13. Offset

Offset is de mate waarin het clubhoofd achter de shaft is verschoven.
Probleem: Bij te weinig of te veel offset is het moeilijk om de richting en hoogte van de bal te controleren. Offset was oorspronkelijk bedoeld om slice te voorkomen.
Oplossing: Offset zorgt vooral voor slagen met extra hoogte, maar vermindert ook slice.

14. Bounce (wedges)

De bounce is de hoek tussen de zool en de grond en is belangrijk op zand en op de rough.
Probleem: Een club met te weinig bounce boort zich in een zachte ondergrond. Bij te veel bounce stuit de club op en is hij moeilijk te controleren op een harde ondergrond.
Oplossing: Bounce zorgt ervoor dat je de bal op de juiste hoogte op het slagvlak raakt.

15. Grind (wedges)

De grind is de vorm en het slijppatroon van de zool.
Probleem: Bij te weinig grind kun je je slagen minder goed variëren. Dit beïnvloedt hoe de club in verschillende posities over de grond glijdt. Een club met te veel grind is vaak moeilijk speelbaar.
Oplossing: Je Golfstore-Pro helpt je om de geschikte grind te vinden voor jouw techniek en voor de ondergrond waarop je speelt. Dat maakt het korte spel makkelijker.

16. Loftspreiding (set matching)

De loft zorgt voor gelijke afstandsintervallen tussen de clubs van je set.
Probleem: Bij een ongelijke loftspreiding heb je te lange of te korte afstanden tussen je clubs.
Oplossing: Een correcte loftspreiding geeft goede controle en garandeert dat je altijd een geschikte club hebt voor de afstand tot de hole en dus dat elke club zijn plek in je tas verdient.

17. Verstelbare hosel

Het punt waar de shaft aan het clubhoofd is bevestigd, is bij veel drivers en metalwoods verstelbaar. Met een schroevendraaiertje kun je de loft en de lie afstellen.
Probleem: Bij een incorrecte afstelling geeft de club geen goede balvlucht of spin.
Oplossing: De juiste, individuele aanpassing zorgt voor optimale resultaten.

18. Swing DNA/TrackMan-gegevens

Een analyse van je swinggegevens helpt om je clubs perfect aan te passen. Tegenwoordig gebruikt vrijwel iedere Golfstore-Pro technische gegevens bij het aanpassen van clubs.
Probleem: Golfstore-Pro’s zouden een custom fitting kunnen doen door een balvlucht gewoon op het oog te analyseren. Maar meestal gebruiken ze ook de nieuwste techniek om hun waarneming te bevestigen.
Oplossing: Met een nauwkeurige analyse krijg je een exacte aanpassing waarmee je maximale prestaties levert.